LES 322
Ik kan slechts opgeven wat nooit werkelijk was.
Ik offer illusies op, meer niet. En als de illusies gaan vind ik de geschenken die de illusies probeerden te verbergen, mij opwachtend in een stralend welkom, en gereed om mij Gods aloude boodschappen te geven. Zijn herinnering verblijft in elk geschenk dat ik van Hem ontvang. En elke droom dient enkel om het Zelf te verhullen dat Gods enige Zoon is, Zijn evenbeeld, de Heilige, die nog steeds voor eeuwig in Hem verblijft, zoals Hij nog steeds in mij verblijft.
Vader, voor U blijft alle opoffering voor eeuwig ondenkbaar. En dus kan ik niet opofferen behalve in dromen. Zoals U me heeft geschapen, kan ik niets opgeven wat U mij gegeven heeft. Wat U niet gegeven heeft, heeft geen werkelijkheid. Welk verlies kan ik verwachten behalve het verlies van angst en de terugkeer van liefde in mijn geest?